– open brief van een cliënt –
Ik heb therapie-angst.
Ik ben therapie-onwillig.
Ik ben een therapie-betweter.
Beste Therapeut,
Ik schrijf je deze brief
omdat… ik bang ben om te veranderen.
De vrees voor aantasting van mijn, nochtans getormenteerde, ik is groot.
Ik lijd namelijk aan het Stockholmsyndroom, waarbij ik en mijzelf tegelijkertijd, de gijzelnemer en gegijselde ben. De gegijzelde zal treuren en zelfs schuld voelen bij het uitschakelen van de gijzelnemer.
Omdat… ik zo graag mijn voet tussen de deur van de eigen gedachtengang wil houden.
Ik ben bang dat ik in therapie juist dat ga doen waarvan ik zo bang ben; mij verliezen in de gedachtengang, de suggesties, de aanbevelingen van jou als therapeut. Hoe kan een therapie anders slagen, als ik mezelf niet ontvankelijk maak voor jouw inzichten als behandelaar? Maar ik kan zo moeilijk het onderscheid maken tussen jouw inzichten en de inzichten waartoe ikzelf ben gekomen, dankzij of ondanks de interactie met jou.
Omdat… ik niet terug wil naar de slangenkuil.
Dat is toch de bedoeling van therapie, dat je het leven weer opneemt en aan de slag gaat? Maar wat dan nog? Uiteindelijk vind ik dit leven een grote vergissing; ik voel helemaal niet de natuurlijke aandrang om er aan deel te nemen. Waarom dan toch die therapie? Om beter aan te kunnen wat ik eigenlijk liever niet wil? Dat is nu net het punt; eindpunt?
Of omdat… therapie juist dat is.
Het pad afwandelen, beginnend aan dat “eindpunt”, terug naar het beginpunt. En komt zo een pad er, in de tegenovergestelde richting lopend, niet altijd vreemd en anders, onbekend, voor? Is het daar dat ik zo bang voor ben?
Maar dat is toch ook juist spannend en uitdagend!
Tijdens mijn lange boswandelingen doe ik niks liever dan dat; hetzelfde pad in de omgekeerde richting afwandelen, juist omdat ik merk dat ik dan allerlei mooie dingen ontdek die ik eerder niet had gezien. Maar hier, bij dit pad, verwacht ik alleen maar lelijke dingen te ontdekken, over mezelf dan nog wel! Vandaar mijn reflex: blijven doorlopen, jongen… het eindpunt voorbij desnoods.
En omdat… al die pijn, al dat verdriet.
En de mogelijke conflicten ook, meer dan waarschijnlijk met zwaargekwetsten als gevolg. Is het dat allemaal wel waard? En stel dat het ook nog eens geen zoden aan de dijk zet? Dijkbreuk als gevolg. Ik zie koning Boudewijn nog met zijn caoutchouc laarzen in het Ruisbroekwater staan; ’troubled, very troubled waters’. Kwade, teleurgestelde, wanhopige drenkelingen en veel koninklijk medeleven, dat wel… En toen was hij weer weg richting Paleis van Laken…
Liefste Therapeut, zal jij dan koning Boudewijn zijn? Zal ik in aanmerking komen voor het rampenfonds; is het dan toch weer wachten op de volgende dijkbreuk? Heeft het allemaal wel zin gehad?
Omdat… ik verslavingsgevoelig ben misschien.
Met eten, met drinken, met sex … Neen, ik ga niet naar de hoeren (ben ik bang van) en neen, ook geen drugs (ben ik ook bang van). Zal ik dan uiteindelijk ook niet therapie-afhankelijk worden? Ik mag dan wel bang zijn van therapie, maar aan de andere kant krijg ik natuurlijk veel aandacht tijdens zo’n sessie. Ik merk nu al, na een paar sessies, dat ik tegelijkertijd niet meer wil komen en er toch ook weer naar uitkijk, naar verlang zelfs. Nochtans zit ik na zo een sessie vaak met een soort kater… zoals bij alle verslavingen.
Komt nog bij dat enig gevoel voor drama mij niet vreemd is (ik ga geregeld naar de opera) en zo’n therapiesessie draagt toch altijd een beetje die belofte in zich (van drama dan, niet van opera).
Aan de andere kant, bedenk ik nu, dat het toch ook geen probleem hoeft te zijn, om levenslang in therapie te blijven. Tenminste, als het ook echt helpt. Yep, dat kost een aardige duit, maar dat geld(t) voor alle verslavingen en daar kan je verder geen heilzaam effect van verwachten. Dus, misschien moet ik tot de conclusie komen dat therapie net wel iets is dat bij mijn persoonlijkheid past, of gaat dat nu weer te ver?
Om daarachter te komen, stel ik voor dat ik de volgende afspraak alvast in mijn agenda noteer.
Tot dan. Ik kijk er al naar uit.
Met hartelijke groet.