Nu ik hier zes maanden ben, vroeg Hannelore me gisteren waar ik het liefst over zou schrijven op basis van mijn ervaringen bij BrainCTR. Ik heb daar altijd wel wat gedachten over natuurlijk, maar die komen en gaan en zijn vaak ongrijpbaar. Nu ik er specifiek een nachtje over heb geslapen, geloof ik het belangrijkste te weten dat ik heb geleerd. Hoewel je me misschien beter vraagt wat ik níet heb geleerd!
Ik licht het je graag toe in de volgende drie blogs.
Hoe plastisch is neuroplasticiteit?
In mijn wetenschappelijke werk heb ik de plasticiteit van hersenen onderzocht met behulp van fMRI (meer over neuroplasticiteit). Hier heb ik vooral gekeken naar hoe het leren van bepaalde taakjes het functioneren van hersenen beïnvloedt. Ik zag dat niet slechts één gebiedje qua functie veranderde, maar hele netwerken verspreid over de cortex, het cerebellum en zelfs de basale ganglia. Daarbij nam de activiteit over het algemeen af naarmate het leerproces was afgerond. Dat duidde erop dat de hersenen minder zuurstof nodig hadden voor hetzelfde taakje en dus efficiënter konden werken.
Opvallend was echter dat ook het effect van het geven van feedback afnam! Feedback tijdens of na een reeds aangeleerde taak had in tegenstelling tot vòòr het trainingsproces weinig invloed meer. Het uitvoeren van de taak was immers al geautomatiseerd tot een gewoonte.
Verder heb ik vastgesteld dat ouderen (60+) vaak nóg meer verandering laten zien op hersenniveau als gevolg van leren. Omdat studieboeken vermelden dat plasticiteit afneemt naarmate we ouder worden, vond ik dit verrassend. Er is bij ouderen natuurlijk wel méér ruímte tot verbetering.
Op basis van mijn vorige werk wist ik dus dat hersenen zeer plastisch zijn, zelfs op hoge leeftijd. Gangbare wetenschap onderzoekt neuroplasticiteit echter meestal in functie van één taak. Daarom veronderstelde ik dat neuroplasticiteit beperkt bleef tot die netwerken die verantwoordelijk zijn voor die ene taak.
Ik wist wel via verschillende cursussen en lezingen dat hersenen aan het begin van ons leven bijzonder plastisch zijn. En tegelijkertijd ook extra kwetsbaar voor hersentrauma (cfr. hersenschudding), psychologisch trauma en verwaarlozing. Ook wist ik dat er van vrije wil eigenlijk weinig sprake is omdat alle output het logische gevolg is van input. En die input worden we pas 300 ms later gewaar, wanneer de hersenen een beslissing tot actie al hebben ondernomen.
Tijdens mijn werk bij BrainCTR heb ik echter twee belangrijke zaken rondom plasticiteit opgemerkt:
1/ De hersenen worden zo ‘gewired’, om optimaal in diè specifieke omgeving te overleven. Het is daarbij verbazingwekkend hoeveel invloed deze indrukken van vroegere ervaringen op de hersenfuncties nalaten. De connectiviteit die we meten met QEEG is zelfs zo uniek als een vingerafdruk. Voor fMRI werd dit onlangs al gerapporteerd in een wetenschappelijke studie van Yale (Engels): http://earthsky.org/human-world/brain-activity-pattern-as-unique-as-fingerprint en toegelicht in Nature Neuroscience: http://www.nature.com/neuro/journal/v18/n11/full/nn.4135.htm
2/ Het effect van 45 minuten neurofeedbacktraining op de hersenen is vrij groot. Tijdens één training kan ik de afwijking tov. de norm binnen de 15 minuten al vaak verschillende punten (~.20 vd JTFA z-score) doen dalen. Na de training, wanneer ik de pre- en post-opname in rust vergelijk, zie ik dan een verbeterde connectiviteit in bijna alle hersengebieden, waarbij het dus om meerdere netwerken gaat.
Neuroplasticiteit is dus nog groter dan ik dacht! Zelfs bij mensen die structurele afwijkingen vertonen die niet omgevingsgebonden zijn, merk ik plasticiteit waarbij nieuwe connecties zich ontwikkelen. Op zich een heel positieve boodschap! Het benadrukt echter nog meer mijn verantwoordelijkheid als therapeut om de training goed op de cliënt af te stemmen. Omdat er richting de norm wordt getraind, kan er in principe niets ‘fout’ gaan. Doch, vanuit mijn kennis vandaag, weet ik dat om efficiënt te zijn, sommige frequenties sowieso dienen te worden meegenomen. Of omdat ze specifiek bij een netwerk of connectiviteit behoren, of om metastabiliteit te ondersteunen of omdat ze initieel verzwakt waren. Evenzeer weet ik nu precies welke netwerken ik beter verkies om specifiek gedrag van mensen, hun klachten en afwijkingen in gebieden te verbeteren.
Ik vind het daarom een uitdaging je hersenen te mogen sturen naar een gezonde en krachtige performantie. De eer is echter aan je hersenen die dan via plasticiteit zichzelf herstellen en versterken. En daar heb ik nog alle dagen bewondering voor!
BrainCTR voorziet neurotherapie om je hersennetwerk te versterken zodat klachten verdwijnen en prestaties verbeteren. Neurotherapie mimiekt daarbij de natuurlijke leerervaring van de hersenen waarbij je hersenen zich leren aanpassen aan een kunstmatige ideale omgeving, d.i. veilig en voldoende uitdagend. Op die manier vinden je hersenen als vanzelf alternatieve wegen naar nieuwe gezonde gewoonten.